Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 8 februari 2021, nr. 2021-0000069476 tot wijziging van de Regeling energieprestatie gebouwen en de Regeling Bouwbesluit 2012 in verband met een overgangsregeling voor de vakbekwaamheid van energieadviseurs voor BRL 9500-W en 9500-U

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 3.1 van het Besluit energieprestatie gebouwen en artikel 1.5, eerste lid, van het Bouwbesluit 2012;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 7b van de Regeling energieprestatie gebouwen wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1’ geplaatst.

2. In het eerste lid wordt na ‘worden opgenomen’ ingevoegd ‘en geregistreerd’.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Bij toepassing van het eerste lid controleert de certificaathouder aanvullend in ieder geval de eerste twee registraties van energieprestaties gedaan door de persoon, bedoeld in het eerste lid, middels controles op de dossiers als bedoeld in paragraaf 6.1 van BRL 9500-W van 15 april 2020, inclusief wijzigingsblad van 15 december 2020 of paragraaf 6.1 van BRL 9500-U van 15 april 2020, inclusief wijzigingsblad van 15 december 2020.

ARTIKEL II

Artikel 3.6 van de Regeling Bouwbesluit 2012 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na ‘vindt plaats’ ingevoegd ‘en wordt geregistreerd’.

2. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 3. Een berekening en registratie als bedoeld in het eerste lid mag tot 1 juli 2021 plaatsvinden door een persoon die werkzaam is voor een certificaathouder en aantoonbaar in staat is volgens de voorschriften, bedoeld in BRL 9500-W, subdeelgebied detailopname, of in BRL 9500-U, subdeelgebied detailopname, een opname te maken van de bouwkundige schil en de installaties van het gebouw.

  • 4. Bij toepassing van het derde lid controleert de certificaathouder aanvullend in ieder geval de eerste twee registraties van berekeningen gedaan door de persoon, bedoeld in het derde lid, middels controles op de dossiers als bedoeld in paragraaf 6.1 van BRL 9500-W of paragraaf 6.1 van BRL 9500-U.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

TOELICHTING

I. Algemeen deel

1. Inleiding

Per 1 januari 2021 is de nieuwe bepalingsmethode voor de energieprestatie van gebouwen in werking getreden, NTA 8800 [Stcrt. 2020, 57490]. Een energieadviseur moet vakbekwaam zijn om met deze methode te mogen werken en opnames en registraties te mogen doen ten behoeve van de BENG-berekening en het energielabel. Om het bewijs van vakbekwaamheid te behalen moeten verschillende examenmodules met goed gevolg worden afgelegd. Deze examenmodules worden aangeboden door CITO en ’t Examenpark. Sinds de lockdown van 16 december 2020 in verband met de COVID-19 pandemie (en verlenging hiervan op 12 januari en 2 februari 2021) is tot en met minimaal 2 maart 2021 fysiek examineren bij de exameninstellingen niet mogelijk.

Tijdens een lockdown is in verband met de strikte coronamaatregelen uitsluitend thuisexaminering mogelijk om adviseurs hun bewijs van vakbekwaamheid te laten behalen. Een deel van de modules, te weten de software- en casusmodules, kan echter niet op korte termijn digitaal worden afgenomen met thuisexaminering. Hierdoor kan het aantal adviseurs dat het bewijs van vakbekwaamheid heeft behaald voor de nieuwe bepalingsmethode niet verder groeien. Enkel met een overgangsregeling waarbij het behalen van het software examen niet vereist is, kan een persoon die wel al de modules voor het doen van de opname heeft behaald aan het werk. Dit zorgt er tegelijkertijd voor dat de focus gelegd kan worden op het ontwikkelen van een casusmodule voor thuisexaminering, waardoor deze sneller beschikbaar kan zijn.

Het mogen opnemen van de energieprestatie door personen die werkzaam zijn voor een certificaathouder, nog niet het bewijs van vakbekwaamheid hebben behaald, maar wel aantoonbaar in staat zijn deze opname te doen, was al toegestaan onder de overgangsregeling van december 2020 [Stcrt. 2020, 66972]. In de onderhavige regeling is bepaald dat deze personen tot 1 juli 2021 (gelijk aan de einddatum van voornoemde overgangsregeling) ook de registratie van de energieprestatie voor energielabels mogen doen. Daarnaast is op gelijke wijze in de Regeling Bouwbesluit 2012 geregeld dat personen die werkzaam zijn voor een certificaathouder, of een bedrijf dat een certificaat heeft aangevraagd, die nog niet het bewijs van vakbekwaamheid hebben behaald, maar wel aantoonbaar in staat zijn deze opname te doen, BENG-berekeningen mogen maken en registreren. Met het tijdelijk niet vereisen van het behaald hebben van de software-modules komen er meer adviseurs beschikbaar, ongeacht een eventuele extra verlenging van de lockdown. De kwaliteit van de geregistreerde energieprestatieberekeningen en energielabels wordt geborgd middels het voorschrijven van aanvullende controles door de certificaathouder op de eerste twee registraties gedaan door personen die gebruik maken van deze overgangsregeling.

2. Procedure en inspraak

2.1 Adviescollege Toetsing Regeldruk

Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het geen omvangrijke gevolgen voor de regeldruk heeft.

2.2 Inspraak

Deze overgangsregeling is in samenspraak met NEN, ISSO, InstallQ, NVCI en FeDEC (namens de brancheorganisaties FedEC en AvEPA en het opleiderscollectief) opgesteld.

3. Lasten

De kwaliteitsborging van deze overgangsregeling vindt plaats binnen de kaders van het kwaliteitsborgingsysteem en de Beoordelingsrichtlijnen BRL 9500-W en BRL 9500-U. Deze beoordelingsrichtlijnen bevatten onder andere voorschriften voor het uitvoeren van interne dossier audits in paragraaf 6.1 van de BRL’en van 15 april 2020 en bijbehorende wijzigingsbladen van 15 december 2020. De certificaathouder moet twee extra interne controles doen per persoon werkzaam onder de overgangsregeling, om de kwaliteit van de registraties te waarborgen. Geconstateerde afwijkingen dienen te worden aangepast. De extra lasten voor de certificaathouder zijn circa 2 uur per dossiercontrole. Het is heel verschillend hoeveel personen werkzaam zijn voor een certificaathouder en daarmee lastig om een beeld te geven van de totale lasten voor certificaathouders. Voor de totale lasten maakt ook uit hoeveel personen en op welk moment zij gebruik willen maken van de overgangsregeling, tussen het moment van inwerkingtreding van de onderhavige regeling en 1 juli 2021. Tegenover deze last staat echter de baat dat deze persoon middels de overgangsregeling weer aan het werk kan.

II. Artikelsgewijs deel

Artikel I

Met dit wijzigingsartikel is een eerdere overgangsregeling1 in de Regeling energieprestatie gebouwen uitgebreid. Op grond van deze eerdere regeling mogen personen die op het moment van de opname van de energieprestatie aantoonbaar in staat zijn volgens de voorschriften van BRL 9500-W van 15 april 2020, inclusief wijzigingsblad van 15 december 2020 en BRL 9500-U van 15 april 2020, inclusief wijzigingsblad van 15 december 2020 een opname te maken van de bouwkundige schil en de installaties van gebouwen, tot 1 juli 2021 de opname van de energieprestatie van woningen, woongebouwen en utiliteitsgebouwen doen. Adviseurs zijn hiertoe aantoonbaar in staat wanneer zij alle examenmodules hebben behaald die voor het opnemen van de energieprestatie voor het van toepassing zijnde deelgebied en basis- of detailniveau vereist zijn. De software modules (W4b, W4d, U4b, U4d) zijn niet vereist.2 Op grond van de onderhavige regeling wordt de hiervoor beschreven overgangsregeling uitgebreid in die zin dat deze personen ook de registratie van de energieprestatie mogen doen tot 1 juli 2021. In artikel 7b, eerste lid, is daarom de registratie toegevoegd. Voor inwerkingtreding van de onderhavige regeling moest de registratie gebeuren door een adviseur die het bewijs van vakbekwaamheid voor NTA 8800 heeft behaald. Na de overgangsperiode moet de opname en registratie ook weer gebeuren door een vakbekwaam adviseur.

Bij een controle door de certificerende instelling op de vakbekwaamheid moet door de certificaathouder bewijs van het behalen van de vereiste examenmodules kunnen worden overlegd.3 Om de energieprestatie in EP-online te kunnen registreren moet de vakbekwaamheid worden aangegeven. Omdat voor een persoon die gebruikmaakt van de overgangsregeling hier nog geen sprake van is dient bij het aanvinken van de vakbekwaamheid de lettertoevoeging ‘O’ (voor overgangsregeling) achter het examennummer worden geplaatst. Wanneer het bewijs van vakbekwaamheid wordt behaald kan de adviseur deze lettertoevoeging weer verwijderen.

Om de kwaliteit van de geregistreerde energielabels te waarborgen is in artikel 7b, tweede lid, van de Regeling energieprestatie gebouwen voorgeschreven dat de certificaathouder aanvullend in ieder geval de eerste twee geregistreerde energieprestaties controleert van een persoon die gebruik maakt van de overgangsregeling. Met ‘aanvullend’ wordt tot uitdrukking gebracht dat het gaat om extra controles, dus bovenop de interne audits die op grond van paragraaf 6.1 van BRL 9500-W en BRL 9500-U moeten worden uitgevoerd. Het gaat om een beoordeling van het dossier in verband met een correcte registratie, en niet om een beoordeling op locatie. Wanneer de kwaliteit van een geregistreerde energieprestatie onvoldoende is zal de certificaathouder dit vroeg constateren en laten herstellen. Op grond van paragraaf 6.1 van BRL 9500-W en BRL 9500-U dient de registratie in het geval van een kritieke afwijking opnieuw gedaan te worden en vindt een extra controle plaats. Het verdient aanbeveling dat deze controle plaatsvindt op de eerstvolgende registratie die de persoon werkzaam onder de overgangsregeling doet. De certificaathouder kan er aanvullend voor kiezen om deze rapporten door de certificerende instelling te laten controleren. De certificaathouder blijft verantwoordelijk voor de kwaliteit. De certificaathouder legt de resultaten van de controle vast ten behoeve van de certificerende instelling.

Artikel II

Met artikel II is een overgangsregeling in de Regeling Bouwbesluit 2012 opgenomen voor personen die BENG-berekeningen willen maken en registeren maar nog niet het bewijs van vakbekwaamheid hebben behaald. Op grond van artikel 3.6, eerste lid, van de Regeling Bouwbesluit 2012 moeten BENG-berekeningen worden uitgevoerd door een op basis van BRL 9500-W van 15 april 2020, inclusief wijzigingsblad van 15 december 2020 en in BRL 9500-U van 15 april 2020, inclusief wijzigingsblad van 15 december 2020, in beide gevallen subdeelgebied detailopname, gecertificeerd bedrijf, of een bedrijf dat certificering heeft aangevraagd (zie artikel 3.6, tweede lid, Regeling Bouwbesluit 2012). In afwijking van het eerste lid mogen BENG-berekeningen tot 1 juli 2021 worden uitgevoerd en geregistreerd door personen die werkzaam zijn voor een certificaathouder en aantoonbaar in staat zijn volgens de voorschriften BRL 9500-W en BRL 9500-U een opname te maken van de bouwkundige schil en installaties van het gebouw. Adviseurs zijn hiertoe aantoonbaar in staat wanneer zij alle examenmodules hebben behaald die voor het opnemen van de energieprestatie voor het van toepassing zijnde deelgebied en detailniveau vereist zijn. De softwaremodules (W4d, U4d) zijn niet vereist.4

Evenals bij de uitbreiding van de overgangsregeling in de Regeling energieprestatie gebouwen (artikel I) wordt ook bij de overgangsregeling in de Regeling Bouwbesluit 2012 voorgeschreven dat de certificaathouder aanvullend in ieder geval de eerste twee registraties van BENG-berekeningen controleert middels een beoordeling van het dossier als bedoeld in paragraaf 6.1 van BRL 9500-W van 15 april 2020, inclusief wijzigingsblad van 15 december 2020 en in BRL 9500-U van 15 april 2020, inclusief wijzigingsblad van 15 december 2020. Op deze manier wordt de kwaliteit van de berekeningen door iedere certificaathouder op dezelfde wijze geborgd. Zie voor een verdere toelichting hierop de artikelsgewijze toelichting op artikel I.

Artikel III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Gezien het grote belang dat gehecht wordt aan een zo spoedig mogelijke inwerkingtreding van deze overgangsregeling gezien de bestaande tekorten aan energieadviseurs is afgeweken van het systeem van de vaste verandermoment en de minimuminvoeringstermijn.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren


X Noot
2

Een overzicht van de benodigde examenmodules is door ISSO gepubliceerd op https://isso.nl/kennis/ep.

X Noot
3

De behaalde examenmodules worden ook gepubliceerd op https://qbisnl.nl/professional/personen.

X Noot
4

Een overzicht van de benodigde examenmodules is door ISSO gepubliceerd op https://isso.nl/kennis/ep.

Naar boven